Maria Magdalena en Jezus: "Lieve mensen, het onderwerp ‘ego’ is een frequent aandachtspunt in jullie spirituele ontwikkeling.
In diverse spirituele tradities werd en wordt het ‘loslaten van het ego’ aangeraden als een essentiële stap in je spirituele
realisatie. Het ego wordt afgekeurd en zou je op het verkeerde pad brengen waardoor je niet in staat bent om je
eenwording met God te realiseren. Je zou alle manifestaties van je individualiteit dienen los te laten
om je met het Goddelijke veld van eenheid te kunnen verbinden.
Echter, deze visie is volledig in strijd met je menselijke behoeften, verlangens en de impuls van je Persoonlijkheid om zich
op Aarde te manifesteren. Jullie zijn permanent zoekende hoe je persoonlijke realisatie en je connectie met God te
kunnen verenigen. Het ego kan daarbij niet worden ontkend, maar speelt daarin juist een grote rol. Graag leggen
wij het essentiële belang van jouw ego voor je Aardse incarnatie en zelfrealisatie uit. Daarbij tekenen we
allereerst aan dat het ego een bewustzijnsmanifestatie op Aarde van je Goddelijke Bron en je Hogere Zelf is.
Het maakt je ‘ik’-gevoel en je identiteit als mens mogelijk. Daarbij is je ego je meest moedige deel en wel omdat het
zich voor jou het diepst in de materie en de dualiteit begeeft en zich het verst van de Goddelijke Bron heeft verwijderd.”
Het ego in het kader van jouw evolutionaire pad
Maria Magdalena en Jezus: “Om de wezenlijke functie van het ego te kunnen begrijpen, plaatsen we het in het kader
van jouw ontwikkelingsweg vanuit de spirituele dimensie naar en op de Aarde.
Vanuit de spirituele dimensie, maken jullie vóór je verwekking een keuze om naar de Aarde te komen. Deze keuze wordt
bepaald door een impuls om een bepaald aspect van God in de materiële wereld te onderzoeken en tot eenheid te
brengen. Dit is een aspect van het leven Aarde waarvan je nog niet tot de Goddelijke essentie hebt kunnen
doordringen. Dit nog te verkennen aspect neem de vorm aan van een vraagstuk, jouw incarnatievraag.
Deze vraag schept jouw overgang van de spirituele naar de Aardse dimensie
en daarbij neemt je bewustzijn een individuele vorm aan.
Geleid door je incarnatievraag kies jij je ouders, een geboorteplaats, een moment in de tijd en duidelijke
geboorteomstandigheden uit. Het kan zijn dat je het leven in een gemeenschap wilt onderzoeken en je wordt geboren
in een plattelandsdorp binnen een hechte familie. Of je wilt veel ruimte voor jezelf en je wordt als enig kind in een stad
geboren bij professioneel werkende ouders. Of je wilt snel op eigen benen staan en je belandt bij gescheiden ouders
die weinig aandacht voor je hebben. En als je gezelligheid zoekt, kan een lief echtpaar met drie of vier kinderen een
geschikt nest voor je zijn. Al deze mogelijkheden geven jou een specifiek startpunt waarbij jouw ego zich
in deze door jou gekozen Aardse constellatie gaat ontwikkelen.
Je geeft daarbij, vanaf je verwekking, vorm aan je DNA en aan je lichaam en je schept een basis voor je Aardse Persoonlijkheid.
Deze Persoonlijkheid is een expressie van je Goddelijke Bron en van je Hogere Zelf in de fysieke dimensie. Hiermee ben je
in staat om God op een dieper Aards niveau te verkennen. Dit verkenningsproces verankert zich in je fysieke lichaam.
Je lichaam maakt dat jij je afgescheiden voelt van je omgeving en tegelijkertijd stelt het jou in staat om je met de wereld te verbinden. Je zintuigen laten jou daarbij de elementen voelen. Op blote voeten op de Aarde lopen, in open water zwemmen,
de wind in je haren voelen en je verwarmen bij een haard zijn hier voorbeelden van. Door en dankzij het lichaam word je uitgenodigd en gedreven om diep de materie in te duiken. Je honger stillen met een sappige vrucht, je dorst lessen
met helder water, verkoeling zoeken bij een schaduwrijke boom, betoverd worden door de geur van kleurrijke
bloemen, je geliefde bij de hand nemen, je kind omarmen, dit alles kan alleen met een fysiek lichaam.
Je fysieke lichaam is daarbij het anker van je individueel bewustzijn.
Om de Aardse dimensie volledig te verkennen, dien jij je geïsoleerd te voelen van de omgeving. Door dit gevoel van isolement
krijg je de aandrang om je met de wereld te verbinden. Dankzij deze verbinding ontstaat verkenning, de verkenning van God
ineen fysieke vorm, God in de wereld. Je vele ervaringen in je huidige en eerdere levens maken dat je ook God in de wereld
kunt ‘herkennen’. Bijvoorbeeld in het wonder van een geboorte, in de magie van een kus, in de sierlijkheid van vogels en
in de pracht van de dageraad vind je God terug in de wereld. Maar ook in het helen van een vriendschap, het geven
van een ‘ja’-woord, het stellen van een grens of het eindelijk voor jezelf kiezen, vind je God terug in de wereld
en in je leven. Het is jouw ego dat met zijn of haar behoeften en verlangens jou zo ver heeft gekregen dat je
op zoek bent gegaan, stappen hebt gemaakt, initiatieven hebt genomen, bent gevallen en weer
opgestaan om de weg terug naar eenheid te vinden in een wereld waar dualiteit volop
aanwezig is. Het ego geeft jou zo de kans om een antwoord
te vinden op je incarnatievraag.”
De relatie tussen sterfelijkheid en het ego
Maria Magdalena en Jezus: “In het bijzonder de sterfelijkheid van je lichaam geeft je ego een gevoel van tijdelijkheid en vergankelijkheid. Om weerstand te bieden tegen het mogelijke verlies van je persoonlijke bestaan bij de dood, probeert
je ego zijn of haar individueel bewustzijn te vestigen en te benadrukken. Als jij jezelf neerzet als een markante
persoonlijkheid, een creatie achterlaat (‘baar een kind, schrijf een boek of plant een boom’) of op een andere
wijze indruk maakt op anderen, krijg je het gevoel dat je niet zult ‘sterven’. Je laat iets van jezelf achter en
je leeft in het bewustzijn van deze mensen die aan jou denken voort. Mensen zoals Aristoteles,
Newton en Rembrandt hebben dat voor elkaar gekregen. En misschien ook wel je ouders
of je grootouders door bijvoorbeeld krachtig aan de familie en de gemeenschap te hebben bijgedragen.
Midden in dit proces om je zogenaamd onsterfelijk te maken, komt je ego echter de eigen sterfelijkheid tegen. De Aarde stelt namelijk grenzen aan je ego. Het dient zich uiteindelijk aan de Grote Moeder over te geven. De Aardse grenzen dienen zich
aan in de vorm van een ziekte, een incident op je werk of in je persoonlijk leven of in een andere vorm. Ze geven jou het gevoel: ‘Wat ik ook doe, hier kan ik niet omheen.’ Nadat jij je best hebt gedaan om jezelf als ‘iemand’ in de wereld te manifesteren,
dien je echter al je opgedane inzichten en je zogenaamde goede en kwade levenservaringen uit je leven aan de
voeten van Moeder Aarde neer te leggen. Te buigen voor de Aarde is de ultieme taak van het ego.”
Het ego als een instrument voor het openen van het hart
Maria Magdalena en Jezus: “Het ego wordt regelmatig afgekeurd als een egoïstisch deel van jezelf. Je mag van anderen of van jezelf je niet volledig manifesteren of te veel naar je toe trekken. Toch is het ego de drager van je individueel bewustzijn opdat
jij God in de materiële dimensie kunt herontdekken. Dit is de meest essentiële missie van de mens oftewel jouw ‘oermissie’.
Je dient je dan ook niet van je ego te ontdoen, maar het zich juist laten ontwikkelen. De belangrijkste ontwikkeling van je
ego is om zich over te geven aan je hart. Dat maakt het ego een dienaar van de liefde en de eenheid. Dan pas kan
het ego een initiator en drager zijn voor het manifesteren van je Goddelijkheid als mens.”
Ontwikkelingsfasen van het ego
Maria Magdalena en Jezus: “Om het ego beter te begrijpen en te omarmen dien jij te beseffen
dat het ‘ego’ verschillende ontwikkelingsfasen heeft:
- 1. Ontwaking naar het ‘ik-zijn’ in de wereld: Vanaf je conceptie begin je een weg naar individueel bewustzijn in de fysieke dimensie. Langzamerhand sluit jij je af van het spirituele eenheidsveld en stap je in de ervaring van je afgescheiden voelen. In werkelijkheid ben je niet van het eenheidsveld afgescheiden, maar je gaat dat wel steeds meer zo ervaren. Dit heb je nodig om je je een individu te voelen. Het sluiten van je fontanellen, het leren lopen en zindelijk worden zijn hier voorbeelden van.
- 2. Verkenning van de wereld: Vanuit het je individu voelen, ga je jezelf en de omgeving verkennen. Je gaat op onderzoek uit. Je speelt, proeft, ruikt, observeert, tast en voelt de wereld aan.
- 3. Ontwikkelen van vaardigheden: Om jezelf in de wereld te manifesteren en jezelf te onderhouden op alle niveaus heb je vaardigheden nodig. Hier ben je tot aan je volwassenheid mee bezig. Onbewust ben je op zoek naar je onsterfelijkheid. Je incarnatievraag geeft je hierbij richting door je aandacht te sturen naar de thema’s die jou het meest dienen op jouw Aardse zoektocht.
- 4. Je eigen beperkingen tegenkomen: Wanneer je vaardigheden ontwikkelt, kun je het gevoel krijgen dat je alles kunt. Echter, er dient zich een moment aan waarop jij je grenzen tegenkomt en je aan de Aarde dient over te geven. Op een diep niveau aanvaard je dan je sterfelijkheid. Het is een proces van groeiende zelfacceptatie.
- 5. Het openen van je hart: Dankzij al het voorwerk dat je ego gedaan heeft om zichzelf in de wereld te vestigen en zichzelf te ontwikkelen, heeft de overgave aan de Aarde een krachtige uitwerking op het openen van het hart. Door deze overgave transformeert de geldingsdrang van het ego zich in onvoorwaardelijke liefde.
- 6. Bewustwording van je verbinding met God: Het accepteren van de sterfelijkheid van je lichaam en de tijdelijkheid van je Persoonlijkheid openen je hart naar jouw deelname aan het veld van eenheidsbewustzijn. Op die manier kun je God en je eigen Godzijn ervaren. Niet ondanks, maar dankzij je ego kun je dan je Goddelijkheid als mens omarmen.”
Het ego brengt jou naar het ontwaken van het Christusbewustzijn
Maria Magdalena en Jezus: 'De spirituele ontwikkeling van de mens is diep verbonden met jullie en jouw connectie met de Aarde. Het verlangen naar een terugkeer naar de spirituele dimensie betekent dat jij je Aardse natuur nog niet omarmd hebt en je
nog verzet tegen het Goddelijke in de dimensie van dualiteit. Het is echter niet het vermijden van de Aarde, maar het
doorgronden en omarmen van deze materiële dimensie die je vrijheid, onvoorwaardelijke liefde en spirituele
realisatie geven. Het omarmen van de Aarde is het omarmen van jezelf als Aards mens met een fysiek
lichaamen een eigen Persoonlijkheid. Dit is een voorwaarde voor het openen van je hart
en het aanvaarden van je Goddelijkheid als mens.
Het ego doet in dit geval verkenningswerk. Het stelt jou in staat om God in de materiële dimensie te onderzoeken, je daarmee te verbinden om vervolgens je eraan over te geven. Zonder het voorbereidende werk van je ego ben je niet geaard genoeg
en heb je geen goede basis om God in jezelf en in de wereld te herontdekken.
Het Christusbewustzijn is de onvoorwaardelijke liefde die ontstaat wanneer jij, door de dualiteit van goed en kwaad heen, de weg naar eenheid terug weet te vinden. Jouw ego maakt het mogelijk dat jij deze tegenstelling ervaart en doorleeft. Zo krijg je
ook de kans om de eenheid van deze tegenpolen te ervaren en te erkennen. In dit proces open jij je hart en
activeer je het Christusbewustzijn, de geaarde onvoorwaardelijke liefde, in jezelf.
Wij, Maria Magdalena en Jezus, kijken naar jullie met liefde en bewondering, wetende dat deze intensieve Aardse ontwikkelingen jullie volledig in beslag nemen en jullie toewijding aan je spirituele realisatie op de proef stelt. Echter, we zien ook de
kracht van je hart steeds meer toenemen en jullie Goddelijkheid zich bewust op Aarde manifesteren.
We zegenen jullie voor dit heilige proces!
Vanuit liefde, Maria Magdalena en Jezus.”