Maria Magdalena en Jezus: “Bij het verrichten van wat jullie wonderen noemen, is er sprake van een ongebruikelijke reactie van
de materiële dimensie die, door in contact te komen met een hogere vorm van bewustzijn, een ander gedrag vertoont dan
men gewend is. De natuurwetten nemen een andere wending wanneer ze afgestemd zijn met eenheidsbewustzijn.
In dat opzicht zijn er bij ons veel wonderen gebeurd. Grotendeels in de vorm van hartopeningen en
bewustzijnstransformaties. In nogal wat gevallen waren er echter ook indrukwekkende
gebeurtenissen en zogenaamde bovennatuurlijke verschijnselen nodig om mensen in contact
met hun Goddelijkheid te brengen. Dan was er sprake van een hogere Goddelijke kracht die door ons heen werkte.”
Hoe ontstaat een wonder?
Maria Magdalena: “In de meeste gevallen waren Jezus en ik aanwezig. Samen schiepen we een liefdesveld en namen anderen daarin mee. Jezus werd meestal als de uitvoerder gezien vanwege het mannelijke karakter van onze toenmalige samenleving.
Ik, Maria Magdalena, verrichtte zelf wonderen binnenshuis of in het gezelschap van vrouwen en kinderen. Buitenshuis
werd Jezus het gezicht van onze samenwerking. Hij sprak zijn intentie uit om iemand te laten genezen of iets
te laten gebeuren. De betrokkenen resoneerden met deze intentie. Ze stemden hun eigen energie en
bewustzijn af op het veld van onvoorwaardelijke liefde en eenheid. Als die afstemming tot stand
kwam, bracht dit hun eigen energie in beweging en diende zich een genezing of een andere
ingrijpende gebeurtenis aan. In al deze gevallen waren de mensen in wezen zelf de Scheppers
van het wonder. Jezus en ik creëerden de randvoorwaarden, zodat dit mocht en kon gebeuren.”
Een Goddelijke interventie
Maria Magdalena en Jezus: “Er was soms ook sprake van een Goddelijke interventie. Vanuit een hogere dimensie werden wij als kanaal gebruikt voor het ontstaan van een opening in bewustzijn van anderen door middel van een ‘bovennatuurlijke
gebeurtenis’. Het was in deze gevallen niet zo zeer onze kracht, maar de kracht van God op Absoluut niveau die deze
wonderen tot stand bracht. De kracht van God kon dan via ons gemanifesteerd worden of gekanaliseerd worden
door een ‘Goddelijke Afgezant voor de Aardse dimensie’. Deze hogere spirituele krachten die onze verwekking,
geboorte en diverse inwijdingen hebben begeleid, zijn door ons heen werkzaam geweest voor het scheppen
van een nieuwe wereldorde waarin liefde en eenheid als dragende krachten voor de relatie tussen
mensen onderling en tussen de mens en de Aarde centraal staan. Dit proces is nog steeds gaande.”
Speciale wonderen
Maria Magdalena en Jezus: “Mensen vragen zich af of bepaalde boven- natuurlijke verschijnselen werkelijk plaats hebben gevonden en hoe sommige dingen mogelijk kunnen zijn. Een voorbeeld hiervan is het op water lopen. Jezus had
zich teruggetrokken om te mediteren. Hij projecteerde zijn lichtlichaam op het water om zijn leerlingen
te begeleiden en te laten zien dat er meerdere dimensies tussen Hemel en Aarde bestaan.
Het opwekken uit de dood is een verschijnsel van Goddelijke interventie. Het Hogere Zelf van Jezus en het Hogere Zelf van de overledene fungeerden samen als kanaal voor Goddelijk bewustzijn dat in staat is om de materie te transformeren en de verbinding tussen de spirituele lichamen en het fysieke lichaam te herstellen. Om dit mogelijk te maken, dient het
fysieke lichaam naar een hogere dimensie op te worden getild en dienen de bewustzijnsaspecten die verantwoordelijk
zijn voor de dood op te lossen. Het fysieke lichaam wordt even buiten de dimensie van tijd geplaatst, zodat het
gematerialiseerde bewustzijn van het lichaam kan worden herschikt. Het lijkt hetzelfde lichaam, maar het
is het niet precies. Het lichaam is getransformeerd in een nieuwe versie van die persoon.
Voorafgaand aan een wonder herkenden we meestal een bepaalde opening in het bewustzijnsveld wanneer de Goddelijke
energie beschikbaar was om doorgegeven te worden. Het energieveld verschoof naar een dimensie van eenheid. Als
dit het geval was, hoefden we alleen onze aandacht op iemand te richten en onze intentie uit te spreken,
en de hogere energie kon door de persoon of groep mensen gebruikt worden voor een transformatie.”
Ook weleens geen wonderen
Maria Magdalena en Jezus: “Er zijn ook gevallen waarin we een wonder wensten, maar het niet plaatsvond. Soms
waren mensen er niet aan toe om genezen te worden, of dienden ze van hun ziekte nog iets te leren,
of hadden ze vrede met hun dood, ondanks de reacties van hun nabestaanden. In sommige
situaties is er ook sprake geweest van een bijna-doodervaring wanneer de verbinding
tussen de subtiele lichamen en het fysieke lichaam niet verbroken is geweest.”
Mensen zagen hun eigen bijdrage in het wonder niet
Maria Magdalena en Jezus: “Omdat veel mensen zich hier nog niet bewust van waren, zagen ze hun eigen bijdrage in het wonder niet en kenden ze het aan ons toe. En als het niet expliciet door Maria Magdalena verricht of uitgesproken werd, kenden ze
het aan Jezus toe. Het idee in die tijd dat een vrouw wonderen kon verrichten of kanaal kon zijn voor Goddelijke energie
was uit den boze. We zijn gezegend met de vele ervaringen die we mochten opdoen bij het faciliteren van wonderen.
Hoewel we daarbij betrokken waren, zijn wonderen, als ze plaatsvinden, door een Goddelijke kracht gestuurd.
Degene die ze ogenschijnlijk verricht, is in wezen een facilitator die de Goddelijke energie door mag geven
aan anderen, zowel aan degene die het wonder ‘ontvangt’ zoals een genezing, als aan de getuigen die
door het wonder geraakt worden. Dit laatste gaat door de tijd heen. Zoals de mensen in jullie
huidige tijd nog steeds geraakt kunnen worden door de wonderen van vroeger.
Al met al zijn deze wonderbaarlijke ervaringen een weg om mensen zich bewust te laten worden van hun eigen
multidimensionale karakter. Zelfs door de eeuwen heen zijn versies van deze ingrijpende
gebeurtenissen nog steeds levend in het collectieve bewustzijn van de mens. Dit
houdt de boodschap en de belofte van de Goddelijkheid van de mens in stand.
Vanuit liefde, Maria Magdalena en Jezus."