Speelse column over de mogelijkheid van heling bij een herontmoeting.
Op Aarde of in de Hemel. Hebben wij nog iets te helen?
Mijn middelbare school uit Harderwijk bestond 100 jaar. Ik deed er het Atheneum van 1968 tot 1974. Natuurlijk was er een reünie.
En die sla ik zelden over. Of het nu een samenzijn van een oud-werkgever, de basketbal-vereniging of familie is, ik ben present!
Ik sprak met oud-medeleerlingen en oud-docenten. De laatsten waren op leeftijd, rond de negentig. Hiërarchische verhoudingen bleken verdwenen. Leraren mochten getutoyeerd worden. Zo zei ik tegen meneer Arkema, die jaren mijn aardrijkskundeleraar was: “Kees, ik weet niet veel meer van de stof die je doceerde, maar wat ik me herinner, is wie jij tijdens je lessen was. Een grappige
en authentieke man bij wie het een genoegen was om in de klas te zitten. Daar leerde ik het meeste van!”
Reünie betekent ‘herverbinden’ of ‘herverenigen’, weer bij elkaar en tot eenheid brengen. Zo ben ik nieuwsgierig naar ontmoetingen met passanten uit eerdere periodes van mijn leven. Oud-collega’s, oud-medebestuursleden, oude liefdes en ex-vrienden vormen een palet van ‘ontmoetingen’ uit mijn leven die mij vormden en soms nog vragen oproepen. Hoe ontwikkelden
zij zich? Wat betekenden we voor elkaar? Is er iets te helen? Wil ik door hen erkend worden?
Herontmoetingen bieden de kans om contacten uit het verleden met het bewustzijn van nu te herwaarderen, vaagheden weg
te nemen en misverstanden uit te spreken. En ja, ook ik deed dingen waar ik niet trots op ben en als gevolg waarvan ik iets recht
te zetten had: ‘Excuses, het valt niet goed te praten. Ik wist niet beter, maar dat heb ik niet netjes gedaan.’ Of: ‘Ik wist wel beter, maar was niet dapper genoeg om mijn fout te erkennen.’
Mensen uit het verleden fungeren als een spiegel uit het verleden, maar spiegelen mogelijk nieuwe invalshoeken in het heden.
Als het goed is, zijn we qua bewustzijn gegroeid en zijn we nu in staat om met een gezonde dosis zelf- en medemensreflectie
onze historie in perspectief te plaatsen. Herverenigen biedt de kans om een vorm van onenigheid, die in ons bewustzijn
was achtergebleven, te helen en tot eenheid te brengen.
Mijn hedendaagse overwegingen om mij met mensen te verbinden of herverbinden zijn overigens terug te voeren op de leer
van Maria Magdalena en Jezus over de Goddelijkheid van de mens die mijn echtgenote Gabriela van haar gidsen mag ontvangen en die mijn bewondering voor de geïncarneerde mens deed toenemen. Als ik nu iemand ontmoet, groet ik die veelal met een welgemeend ‘hallo!’, maar stilzwijgend ook met de achterliggende gedachte:
‘We hebben allebei besloten om als exponenten van het Goddelijk veld op Aarde te incarneren, we komen elkaar nu in een menselijke vorm als lotgenoten tegen en ik groet je uit respect voor de Goddelijke mens die je bent en het leven dat jij op Aarde creëert.’
Ik houd dan ook van Goddelijke begroetingen en afscheidsbewoordingen als Grüβ Gott, A-dieu, A-dios en Ad-dio. Uitdrukkingen die het Godzijn van de ander in de ontmoeting benadrukken.
Sommige Goddelijke relaties uit mijn verleden zullen mijn vragen en begroetingen nooit beantwoorden. Het komt simpelweg
niet tot een ‘reconnection’. Ze verdwenen van de aardbodem, zoals dat heet, en in bepaalde gevallen is dat ook daadwerkelijk zo. Bovendien: niet elke hervereniging biedt nieuw perspectief. Sommige mensen hebben elkaar ogenschijnlijk niets meer te vertellen, doen er geen moeite voor of gaan de ontmoeting uit de weg. Dan blijven dingen hangen. Dat is ook prima. Het hoort
bij de dualiteit die de hogeschool van het leven op Aarde ons biedt.
Dan ‘spreken’ ze elkaar mogelijk op een reünie in de spirituele dimensie om te reflecteren over de Aardse dualiteit die ze ‘destijds’ samen onderzochten. Een hemelse reünie derhalve die een voorbode kan vormen voor een nieuwe hereniging in de materie.
Zo biedt de ‘circle of life’ een scala van helende reünies waarop we elkaars leraar en leerling zijn. Wie wil jij ontmoeten?
Hebben wij iets te helen? Wanneer kom ik jou weer tegen? Grüβ Gott!
Reint Gaastra